Nederlands - Sorah An-Naml (The Ants ) - Edele Koran

Edele Koran » Nederlands » Sorah An-Naml (The Ants )

Choose the reader


Nederlands

Sorah An-Naml (The Ants ) - Verses Number 93
طس ۚ تِلْكَ آيَاتُ الْقُرْآنِ وَكِتَابٍ مُّبِينٍ ( 1 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 1
T. S. Dit zijn de teekenen van den Koran en van het duidelijke boek.
هُدًى وَبُشْرَىٰ لِلْمُؤْمِنِينَ ( 2 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 2
Eene leiding en goede tijding voor de ware geloovigen.
الَّذِينَ يُقِيمُونَ الصَّلَاةَ وَيُؤْتُونَ الزَّكَاةَ وَهُم بِالْآخِرَةِ هُمْ يُوقِنُونَ ( 3 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 3
Die hun gebed geregeld verrichten en aalmoezen geven, en vast in het volgend leven gelooven.
إِنَّ الَّذِينَ لَا يُؤْمِنُونَ بِالْآخِرَةِ زَيَّنَّا لَهُمْ أَعْمَالَهُمْ فَهُمْ يَعْمَهُونَ ( 4 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 4
Wat hen betreft, die niet in het volgende leven gelooven, wij hebben hunne werken voor hen gereed gemaakt, zij zullen door verbazing getroffen worden, over hunne teleurstelling, als zij weder zullen worden opgewekt.
أُولَٰئِكَ الَّذِينَ لَهُمْ سُوءُ الْعَذَابِ وَهُمْ فِي الْآخِرَةِ هُمُ الْأَخْسَرُونَ ( 5 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 5
Zij zijn het, welken eene strenge straf in dit leven en in het toekomstige wacht: zij zullen de ongelukkigsten zijn.
وَإِنَّكَ لَتُلَقَّى الْقُرْآنَ مِن لَّدُنْ حَكِيمٍ عَلِيمٍ ( 6 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 6
Gij hebt den Koran voorzeker van een wijzen en alwetenden God ontvangen.
إِذْ قَالَ مُوسَىٰ لِأَهْلِهِ إِنِّي آنَسْتُ نَارًا سَآتِيكُم مِّنْهَا بِخَبَرٍ أَوْ آتِيكُم بِشِهَابٍ قَبَسٍ لَّعَلَّكُمْ تَصْطَلُونَ ( 7 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 7
Gedenk, toen Mozes tot zijn gezin zeide: Waarlijk, ik bemerk vuur, ik zal u tijdingen daarvan brengen, of ik zal u een brandend hout daarvan brengen, ten einde u te verwarmen.
فَلَمَّا جَاءَهَا نُودِيَ أَن بُورِكَ مَن فِي النَّارِ وَمَنْ حَوْلَهَا وَسُبْحَانَ اللَّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ ( 8 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 8
En toen hij nabij het vuur was gekomen, riep hem eene stem toe: Gezegend hij, die in, en hij die nabij het vuur is, en geloofd zij God, de Heer van alle schepselen!
يَا مُوسَىٰ إِنَّهُ أَنَا اللَّهُ الْعَزِيزُ الْحَكِيمُ ( 9 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 9
O Mozes! waarlijk, ik ben God, de machtige, de wijze.
وَأَلْقِ عَصَاكَ ۚ فَلَمَّا رَآهَا تَهْتَزُّ كَأَنَّهَا جَانٌّ وَلَّىٰ مُدْبِرًا وَلَمْ يُعَقِّبْ ۚ يَا مُوسَىٰ لَا تَخَفْ إِنِّي لَا يَخَافُ لَدَيَّ الْمُرْسَلُونَ ( 10 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 10
Werp thans uwen staf neder. En toen hij zag dat deze zich bewoog als ware die eene slang, week hij achteruit en vlood, en keerde zich niet om. En God zeide: O Mozes! vrees niet; want mijne gezanten hebben niets van mij te duchten.
إِلَّا مَن ظَلَمَ ثُمَّ بَدَّلَ حُسْنًا بَعْدَ سُوءٍ فَإِنِّي غَفُورٌ رَّحِيمٌ ( 11 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 11
Behalve hij die onrechtvaardig zal hebben gehandeld; maar voor wien daarna kwaad door goed zal hebben vervangen, ben ik genadig en barmhartig.
وَأَدْخِلْ يَدَكَ فِي جَيْبِكَ تَخْرُجْ بَيْضَاءَ مِنْ غَيْرِ سُوءٍ ۖ فِي تِسْعِ آيَاتٍ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ وَقَوْمِهِ ۚ إِنَّهُمْ كَانُوا قَوْمًا فَاسِقِينَ ( 12 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 12
Steek uwe hand in uwe borst, en uwe hand zal wit en ongedeerd te voorschijn komen; dit zal een der negen teekenen voor Pharao en zijn volk wezen; want zij zijn zondaren.
فَلَمَّا جَاءَتْهُمْ آيَاتُنَا مُبْصِرَةً قَالُوا هَٰذَا سِحْرٌ مُّبِينٌ ( 13 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 13
En toen onze zichtbare teekenen tot hen waren gekomen, zeiden zij: Dit is duidelijke tooverij.
وَجَحَدُوا بِهَا وَاسْتَيْقَنَتْهَا أَنفُسُهُمْ ظُلْمًا وَعُلُوًّا ۚ فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُفْسِدِينَ ( 14 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 14
En zij loochenden deze, uit onrechtvaardigheid en trotschheid, hoewel hunne zielen zekerlijk wisten, dat die van God waren; maar gedenk, wat het einde der zondaren was.
وَلَقَدْ آتَيْنَا دَاوُودَ وَسُلَيْمَانَ عِلْمًا ۖ وَقَالَا الْحَمْدُ لِلَّهِ الَّذِي فَضَّلَنَا عَلَىٰ كَثِيرٍ مِّنْ عِبَادِهِ الْمُؤْمِنِينَ ( 15 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 15
Wij schonken vroeger verstand aan David en Salomo, en zij zeiden: Geloofd zij God, die ons boven zoo menige zijner geloovige dienaren heeft doen uitmunten!
وَوَرِثَ سُلَيْمَانُ دَاوُودَ ۖ وَقَالَ يَا أَيُّهَا النَّاسُ عُلِّمْنَا مَنطِقَ الطَّيْرِ وَأُوتِينَا مِن كُلِّ شَيْءٍ ۖ إِنَّ هَٰذَا لَهُوَ الْفَضْلُ الْمُبِينُ ( 16 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 16
En Salomo was David's erfgenaam , en hij zeide: O menschen! men heeft ons geleerd, de taal der vogelen te verstaan, en alles werd ons geschonken; dit is een duidelijk teeken van Gods gunst.
وَحُشِرَ لِسُلَيْمَانَ جُنُودُهُ مِنَ الْجِنِّ وَالْإِنسِ وَالطَّيْرِ فَهُمْ يُوزَعُونَ ( 17 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 17
En Salomo's legers werden onder hem vergaderd, bestaande uit geniussen, menschen en ook vogelen; en zij werden in verschillende troepen gerangschikt.
حَتَّىٰ إِذَا أَتَوْا عَلَىٰ وَادِ النَّمْلِ قَالَتْ نَمْلَةٌ يَا أَيُّهَا النَّمْلُ ادْخُلُوا مَسَاكِنَكُمْ لَا يَحْطِمَنَّكُمْ سُلَيْمَانُ وَجُنُودُهُ وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ ( 18 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 18
Toen zij in de vallei der mieren kwamen, zeide eene mier, toen zij de heirscharen zag naderen: O, mieren! gaat in uwe woningen, opdat Salomo en zijn leger u niet onder den voet trede, zonder het te bemerken.
فَتَبَسَّمَ ضَاحِكًا مِّن قَوْلِهَا وَقَالَ رَبِّ أَوْزِعْنِي أَنْ أَشْكُرَ نِعْمَتَكَ الَّتِي أَنْعَمْتَ عَلَيَّ وَعَلَىٰ وَالِدَيَّ وَأَنْ أَعْمَلَ صَالِحًا تَرْضَاهُ وَأَدْخِلْنِي بِرَحْمَتِكَ فِي عِبَادِكَ الصَّالِحِينَ ( 19 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 19
En Salomo glimlachte op die woorden, en zeide: O Heer! geef dat ik dankbaar zij voor uwe gunst, waarmede gij mij en mijne vaderen hebt begunstigd, en dat ik moge doen wat recht is en u behaagt; en leid mij door uwe genade in het paradijs, onder uwe dienaren, de rechtvaardigen.
وَتَفَقَّدَ الطَّيْرَ فَقَالَ مَا لِيَ لَا أَرَى الْهُدْهُدَ أَمْ كَانَ مِنَ الْغَائِبِينَ ( 20 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 20
En hij zag de vogelen en hij zeide: Wat is de reden dat ik de kievit niet zie? Is hij afwezig?
لَأُعَذِّبَنَّهُ عَذَابًا شَدِيدًا أَوْ لَأَذْبَحَنَّهُ أَوْ لَيَأْتِيَنِّي بِسُلْطَانٍ مُّبِينٍ ( 21 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 21
Waarlijk, ik zal hem straffen met eene strenge kastijding, of ik zal hem dooden, tenzij hij mij eene gegronde verontschuldiging make.
فَمَكَثَ غَيْرَ بَعِيدٍ فَقَالَ أَحَطتُ بِمَا لَمْ تُحِطْ بِهِ وَجِئْتُكَ مِن سَبَإٍ بِنَبَإٍ يَقِينٍ ( 22 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 22
En het duurde niet lang, voor hij zich aan Salomo vertoonde, en zeide: Ik heb eene plaats gezien, welke gij niet gezien hebt, en ik kom tot u van Saba, met zeker nieuws.
إِنِّي وَجَدتُّ امْرَأَةً تَمْلِكُهُمْ وَأُوتِيَتْ مِن كُلِّ شَيْءٍ وَلَهَا عَرْشٌ عَظِيمٌ ( 23 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 23
Ik vond eene vrouw, die daar regeerde, die voorzien is van alles, wat begeerlijk is voor een vorst, en een prachtigen troon heeft.
وَجَدتُّهَا وَقَوْمَهَا يَسْجُدُونَ لِلشَّمْسِ مِن دُونِ اللَّهِ وَزَيَّنَ لَهُمُ الشَّيْطَانُ أَعْمَالَهُمْ فَصَدَّهُمْ عَنِ السَّبِيلِ فَهُمْ لَا يَهْتَدُونَ ( 24 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 24
Ik vond dat zij en haar volk de zon naast God aanbaden, en Satan heeft hunne werken in hunne oogen goed doen schijnen, en hen van den weg der waarheid afgeleid (waardoor zij niet recht geleid worden).
أَلَّا يَسْجُدُوا لِلَّهِ الَّذِي يُخْرِجُ الْخَبْءَ فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ وَيَعْلَمُ مَا تُخْفُونَ وَمَا تُعْلِنُونَ ( 25 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 25
Opdat zij God niet zouden aanbidden, die aan het licht brengt wat in den hemel en op aarde is verborgen, en kent wat zij verbergen en wat zij ontdekken.
اللَّهُ لَا إِلَٰهَ إِلَّا هُوَ رَبُّ الْعَرْشِ الْعَظِيمِ ۩ ( 26 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 26
God! Er is geen God buiten hem, den Heer van den grootschen troon.
قَالَ سَنَنظُرُ أَصَدَقْتَ أَمْ كُنتَ مِنَ الْكَاذِبِينَ ( 27 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 27
Salomo zeide: wij zullen zien of gij de waarheid hebt gesproken, dan of gij een leugenaar zijt.
اذْهَب بِّكِتَابِي هَٰذَا فَأَلْقِهْ إِلَيْهِمْ ثُمَّ تَوَلَّ عَنْهُمْ فَانظُرْ مَاذَا يَرْجِعُونَ ( 28 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 28
Gaat met dezen brief van mij en werp dien onder hen neder; wend u daarna van hen af en wacht, om te weten, welk antwoord zij zullen geven.
قَالَتْ يَا أَيُّهَا الْمَلَأُ إِنِّي أُلْقِيَ إِلَيَّ كِتَابٌ كَرِيمٌ ( 29 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 29
En toen de koningin van Saba den brief had ontvangen, zeide zij: O edelen! waarlijk, mij is een eervolle brief overgebracht.
إِنَّهُ مِن سُلَيْمَانَ وَإِنَّهُ بِسْمِ اللَّهِ الرَّحْمَٰنِ الرَّحِيمِ ( 30 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 30
Hij is van Salomo, en dit is de inhoud: In den naam van den barmhartigsten God.
أَلَّا تَعْلُوا عَلَيَّ وَأْتُونِي مُسْلِمِينَ ( 31 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 31
Staat niet op tegen mij, maar komt en geeft u aan mij over.
قَالَتْ يَا أَيُّهَا الْمَلَأُ أَفْتُونِي فِي أَمْرِي مَا كُنتُ قَاطِعَةً أَمْرًا حَتَّىٰ تَشْهَدُونِ ( 32 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 32
Zij zeide: O edelen! raad mij in mijne zaak, ik wil omtrent niets besluiten, tenzij gij getuige daarvan zijt en het goedkeurt.
قَالُوا نَحْنُ أُولُو قُوَّةٍ وَأُولُو بَأْسٍ شَدِيدٍ وَالْأَمْرُ إِلَيْكِ فَانظُرِي مَاذَا تَأْمُرِينَ ( 33 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 33
De edelen antwoordden: Wij zijn met sterkte begiftigd, en met groote dapperheid in den oorlog; maar het bevel komt u toe: weet dus wat gij wilt bevelen.
قَالَتْ إِنَّ الْمُلُوكَ إِذَا دَخَلُوا قَرْيَةً أَفْسَدُوهَا وَجَعَلُوا أَعِزَّةَ أَهْلِهَا أَذِلَّةً ۖ وَكَذَٰلِكَ يَفْعَلُونَ ( 34 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 34
Zij zeide: Waarlijk, als de koningen eene stad met geweld binnentrekken, plunderen zij die en vernederen hare machtigste inwoners en zoo zullen dezen met ons handelen.
وَإِنِّي مُرْسِلَةٌ إِلَيْهِم بِهَدِيَّةٍ فَنَاظِرَةٌ بِمَ يَرْجِعُ الْمُرْسَلُونَ ( 35 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 35
Maar ik zal hun geschenken zenden, en ik zal wachten, om de nadere inlichtingen te vernemen, welke degenen zullen terugbrengen, die derwaarts worden afgezonden.
فَلَمَّا جَاءَ سُلَيْمَانَ قَالَ أَتُمِدُّونَنِ بِمَالٍ فَمَا آتَانِيَ اللَّهُ خَيْرٌ مِّمَّا آتَاكُم بَلْ أَنتُم بِهَدِيَّتِكُمْ تَفْرَحُونَ ( 36 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 36
En toen de gezant der koningin tot Salomo kwam, zeide de vorst: Wilt gij mij met rijkdommen beschenken? Waarlijk, hetgeen God mij heeft gegeven, is beter dan hetgeen hij u heeft geschonken. Uwe geschenken maken u ijdel.
ارْجِعْ إِلَيْهِمْ فَلَنَأْتِيَنَّهُم بِجُنُودٍ لَّا قِبَلَ لَهُم بِهَا وَلَنُخْرِجَنَّهُم مِّنْهَا أَذِلَّةً وَهُمْ صَاغِرُونَ ( 37 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 37
Keer tot het volk van Saba terug. Wij zullen zekerlijk met strijdkrachten tot hen komen, welke zij niet in staat zullen zijn tegenstand te bieden, en wij zullen hen vernederd uit hunne stad drijven, en zij zullen tot schande gebracht worden.
قَالَ يَا أَيُّهَا الْمَلَأُ أَيُّكُمْ يَأْتِينِي بِعَرْشِهَا قَبْلَ أَن يَأْتُونِي مُسْلِمِينَ ( 38 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 38
En Salomo zeide: O edelen! wie wil mij haren troon brengen, alvorens zij kome en zich aan mij overgeven?
قَالَ عِفْرِيتٌ مِّنَ الْجِنِّ أَنَا آتِيكَ بِهِ قَبْلَ أَن تَقُومَ مِن مَّقَامِكَ ۖ وَإِنِّي عَلَيْهِ لَقَوِيٌّ أَمِينٌ ( 39 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 39
Een vreeselijke genius antwoordde: Ik zal u dien brengen, voor gij van uwe plaats opstaat: want ik ben instaat het te volvoeren, en ik ben getrouw;
قَالَ الَّذِي عِندَهُ عِلْمٌ مِّنَ الْكِتَابِ أَنَا آتِيكَ بِهِ قَبْلَ أَن يَرْتَدَّ إِلَيْكَ طَرْفُكَ ۚ فَلَمَّا رَآهُ مُسْتَقِرًّا عِندَهُ قَالَ هَٰذَا مِن فَضْلِ رَبِّي لِيَبْلُوَنِي أَأَشْكُرُ أَمْ أَكْفُرُ ۖ وَمَن شَكَرَ فَإِنَّمَا يَشْكُرُ لِنَفْسِهِ ۖ وَمَن كَفَرَ فَإِنَّ رَبِّي غَنِيٌّ كَرِيمٌ ( 40 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 40
En een ander, die de kennis der schriften bezat, zeide; Ik zal u dien in een oogwenk brengen. En toen Salomo den troon voor zich zag geplaatst, zeide hij: Dit is eene gunst van mijn Heer, om mij te beproeven, of ik dankbaar of ondankbaar zal zijn, en hij die dankbaar is, is dankbaar in zijn eigen voordeel; maar indien iemand ondankbaar is, waarlijk, dan is mijn Heer zelfgenoegzaam en milddadig.
قَالَ نَكِّرُوا لَهَا عَرْشَهَا نَنظُرْ أَتَهْتَدِي أَمْ تَكُونُ مِنَ الَّذِينَ لَا يَهْتَدُونَ ( 41 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 41
En Salomo zeide tot zijne dienaren: Verandert haren troon, dat zij dien niet herkenne, opdat wij mogen zien, of zij op den rechten weg wordt geleid, of dat zij tot hen behoort, die niet op den rechten weg worden gevoerd.
فَلَمَّا جَاءَتْ قِيلَ أَهَٰكَذَا عَرْشُكِ ۖ قَالَتْ كَأَنَّهُ هُوَ ۚ وَأُوتِينَا الْعِلْمَ مِن قَبْلِهَا وَكُنَّا مُسْلِمِينَ ( 42 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 42
En toen zij tot Salomo was gekomen, zeide men tot haar: Is uw troon gelijk aan dezen? Zij antwoordde: Men zou zeggen dat hij dezelfde was. En ons werd vóór haar de kennis geschonken, en wij waren aan God onderworpen.
وَصَدَّهَا مَا كَانَت تَّعْبُدُ مِن دُونِ اللَّهِ ۖ إِنَّهَا كَانَتْ مِن قَوْمٍ كَافِرِينَ ( 43 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 43
Maar datgene wat zij buiten God aanbad, heeft haar van de waarheid afgeleid; want zij behoorde tot een ongeloovig volk.
قِيلَ لَهَا ادْخُلِي الصَّرْحَ ۖ فَلَمَّا رَأَتْهُ حَسِبَتْهُ لُجَّةً وَكَشَفَتْ عَن سَاقَيْهَا ۚ قَالَ إِنَّهُ صَرْحٌ مُّمَرَّدٌ مِّن قَوَارِيرَ ۗ قَالَتْ رَبِّ إِنِّي ظَلَمْتُ نَفْسِي وَأَسْلَمْتُ مَعَ سُلَيْمَانَ لِلَّهِ رَبِّ الْعَالَمِينَ ( 44 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 44
Men zeide tot haar: Treed het paleis binnen, en toen zij het zag, dacht zij dat het een groot water was, en zij ontblootte hare beenen, door haar kleed op te lichten, om het te doorwaden. Daarop zeide Salomo tot haar: Waarlijk, dit is een paleis met glas geplaveid. Daarop zeide de koningin: O Heer! waarlijk, ik heb onrechtvaardig met mijne eigene ziel gehandeld en ik onderwerp mij met Salomo aan God, den Heer van alle schepselen.
وَلَقَدْ أَرْسَلْنَا إِلَىٰ ثَمُودَ أَخَاهُمْ صَالِحًا أَنِ اعْبُدُوا اللَّهَ فَإِذَا هُمْ فَرِيقَانِ يَخْتَصِمُونَ ( 45 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 45
Zoo zonden wij ook vroeger tot den stam van Thamoed hun broeder Saleh, die tot hen zeide: Dient God. En ziet, zij werden in twee gedeelten gescheiden, die met elkander twistten.
قَالَ يَا قَوْمِ لِمَ تَسْتَعْجِلُونَ بِالسَّيِّئَةِ قَبْلَ الْحَسَنَةِ ۖ لَوْلَا تَسْتَغْفِرُونَ اللَّهَ لَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ ( 46 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 46
Saleh zeide: O mijn volk! waarom verhaast gij het kwade veeleer dan het goede? Weshalve smeekt geen vergiffenis, van God, opdat gij genade moogt erlangen: gij zijt anders verloren.
قَالُوا اطَّيَّرْنَا بِكَ وَبِمَن مَّعَكَ ۚ قَالَ طَائِرُكُمْ عِندَ اللَّهِ ۖ بَلْ أَنتُمْ قَوْمٌ تُفْتَنُونَ ( 47 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 47
Zij antwoordden: Wij voorzien kwaad van u en die met u zijn. Saleh hernam: Het kwaad dat gij voorspelt, hangt van God af, maar gij zijt een volk, dat beproefd wordt, door eene wisseling van voor- en tegenspoed.
وَكَانَ فِي الْمَدِينَةِ تِسْعَةُ رَهْطٍ يُفْسِدُونَ فِي الْأَرْضِ وَلَا يُصْلِحُونَ ( 48 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 48
En er waren negen menschen in de stad, die schandelijk op de aarde handelden en zich in niets met rechtschapenheid gedroegen.
قَالُوا تَقَاسَمُوا بِاللَّهِ لَنُبَيِّتَنَّهُ وَأَهْلَهُ ثُمَّ لَنَقُولَنَّ لِوَلِيِّهِ مَا شَهِدْنَا مَهْلِكَ أَهْلِهِ وَإِنَّا لَصَادِقُونَ ( 49 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 49
Deze zeiden tot elkander: Zweert wederkeerig bij God, dat wij Saleh en zijn gezin des nachts zullen overvallen, en daarna zullen wij tot dengeen zeggen, die het recht heeft zijn bloed te wreken: Wij waren volstrekt niet tegenwoordig bij de uitroeiing van zijn gezin: en wij spreken de waarheid.
وَمَكَرُوا مَكْرًا وَمَكَرْنَا مَكْرًا وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ ( 50 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 50
En zij vormden eene samenspanning tegen hen en zij bemerkten het niet.
فَانظُرْ كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ مَكْرِهِمْ أَنَّا دَمَّرْنَاهُمْ وَقَوْمَهُمْ أَجْمَعِينَ ( 51 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 51
En zie, wat was de uitkomst van hunne listen : wij verdelgden hen geheel en al hun volk
فَتِلْكَ بُيُوتُهُمْ خَاوِيَةً بِمَا ظَلَمُوا ۗ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَةً لِّقَوْمٍ يَعْلَمُونَ ( 52 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 52
En deze hunne woningen blijven ledig, om de onrechtvaardigheid, welke zij hebben bedreven. Waarlijk, hierin is een teeken voor hen die begrijpen.
وَأَنجَيْنَا الَّذِينَ آمَنُوا وَكَانُوا يَتَّقُونَ ( 53 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 53
En wij bevrijdden hen, die geloofden en God vreesden.
وَلُوطًا إِذْ قَالَ لِقَوْمِهِ أَتَأْتُونَ الْفَاحِشَةَ وَأَنتُمْ تُبْصِرُونَ ( 54 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 54
En gedenk Lot, toen hij tot zijn volk zeide: Begaat gij eene zonde, hoewel gij de verfoeielijkheid daarvan ziet?
أَئِنَّكُمْ لَتَأْتُونَ الرِّجَالَ شَهْوَةً مِّن دُونِ النِّسَاءِ ۚ بَلْ أَنتُمْ قَوْمٌ تَجْهَلُونَ ( 55 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 55
Nadert gij vol lusten de mannen en verlaat gij de vrouwen?
فَمَا كَانَ جَوَابَ قَوْمِهِ إِلَّا أَن قَالُوا أَخْرِجُوا آلَ لُوطٍ مِّن قَرْيَتِكُمْ ۖ إِنَّهُمْ أُنَاسٌ يَتَطَهَّرُونَ ( 56 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 56
Maar het antwoord van zijn volk was niet anders dan dat zij zeiden: Drijft het gezin van Lot uit uwe stad; want zij zijn menschen, die zich rein houden van de daden, welke gij bedrijft.
فَأَنجَيْنَاهُ وَأَهْلَهُ إِلَّا امْرَأَتَهُ قَدَّرْنَاهَا مِنَ الْغَابِرِينَ ( 57 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 57
Daarom bevrijdden wij hem en zijn gezin, behalve zijne vrouw, omtrent welke wij besloten, dat zij een van hen zou zijn, die achter zouden blijven om verdelgd te worden.
وَأَمْطَرْنَا عَلَيْهِم مَّطَرًا ۖ فَسَاءَ مَطَرُ الْمُنذَرِينَ ( 58 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 58
En wij deden eene bui van steenen op hen nederregenen; en vreeselijk was de bui, die neerviel op hen, welke te vergeefs waren gewaarschuwd geworden.
قُلِ الْحَمْدُ لِلَّهِ وَسَلَامٌ عَلَىٰ عِبَادِهِ الَّذِينَ اصْطَفَىٰ ۗ آللَّهُ خَيْرٌ أَمَّا يُشْرِكُونَ ( 59 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 59
Zeg: Geloofd zij God en vrede op zijne dienaren, welke hij gekozen heeft! Is God meer waard, of de valsche goden, welke zij met hem vereenigen?
أَمَّنْ خَلَقَ السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضَ وَأَنزَلَ لَكُم مِّنَ السَّمَاءِ مَاءً فَأَنبَتْنَا بِهِ حَدَائِقَ ذَاتَ بَهْجَةٍ مَّا كَانَ لَكُمْ أَن تُنبِتُوا شَجَرَهَا ۗ أَإِلَٰهٌ مَّعَ اللَّهِ ۚ بَلْ هُمْ قَوْمٌ يَعْدِلُونَ ( 60 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 60
Moet niet hem de voorkeur worden gegeven, die de hemelen en de aarde heeft geschapen, en regen uit den hemel voor u nederzendt, waardoor wij heerlijke tuinen doen voortspruiten? Het is niet in uwe macht, de boomen daarvan te doen opgroeien. Is er een andere god deelgenoot met den eenigen God? Waarlijk, het is een volk, dat van de waarheid afwijkt.
أَمَّن جَعَلَ الْأَرْضَ قَرَارًا وَجَعَلَ خِلَالَهَا أَنْهَارًا وَجَعَلَ لَهَا رَوَاسِيَ وَجَعَلَ بَيْنَ الْبَحْرَيْنِ حَاجِزًا ۗ أَإِلَٰهٌ مَّعَ اللَّهِ ۚ بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ( 61 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 61
Is niet hij waardiger te worden aangebeden, die de aarde heeft opgericht en rivieren in haar midden heeft doen vloeien, en onbeweegbare bergen daarop heeft geplaatst en eene afscheiding tusschen de twee zeeën heeft gesteld. Of is er eene andere god, die gelijk is aan den eenigen God? Maar het grootste gedeelte van hen overdenkt niet.
أَمَّن يُجِيبُ الْمُضْطَرَّ إِذَا دَعَاهُ وَيَكْشِفُ السُّوءَ وَيَجْعَلُكُمْ خُلَفَاءَ الْأَرْضِ ۗ أَإِلَٰهٌ مَّعَ اللَّهِ ۚ قَلِيلًا مَّا تَذَكَّرُونَ ( 62 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 62
Is niet hij de waardigste, die den bedroefde verhoort als hij hem aanroept, en het kwade wegneemt, dat hem bedroeft, en die u tot de opvolgers uwer voorvaderen op de aarde heeft gemaakt? Hoe weinigen beschouwen deze dingen.
أَمَّن يَهْدِيكُمْ فِي ظُلُمَاتِ الْبَرِّ وَالْبَحْرِ وَمَن يُرْسِلُ الرِّيَاحَ بُشْرًا بَيْنَ يَدَيْ رَحْمَتِهِ ۗ أَإِلَٰهٌ مَّعَ اللَّهِ ۚ تَعَالَى اللَّهُ عَمَّا يُشْرِكُونَ ( 63 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 63
Is niet hij de waardigste, die u leidt op de donkere paden des lands en der zee, en die de winden zendt, welke de wolken voortdrijven als de voorboden zijner genade! Is er een andere god die met den eenigen God gelijk kan worden gesteld? Verre zij het van God, de deelgenooten zijner macht te hebben, welke gij met hem vereenigt.
أَمَّن يَبْدَأُ الْخَلْقَ ثُمَّ يُعِيدُهُ وَمَن يَرْزُقُكُم مِّنَ السَّمَاءِ وَالْأَرْضِ ۗ أَإِلَٰهٌ مَّعَ اللَّهِ ۚ قُلْ هَاتُوا بُرْهَانَكُمْ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ( 64 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 64
Is niet hij de waardigste, die een schepsel voortbrengt en het na den dood weder opwekt, en die u voedsel van hemel en aarde geeft? Is er, bij den waren God een andere god, die dit doet? Zeg: Geef uw bewijs daarvoor, indien gij de waarheid spreekt.
قُل لَّا يَعْلَمُ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَالْأَرْضِ الْغَيْبَ إِلَّا اللَّهُ ۚ وَمَا يَشْعُرُونَ أَيَّانَ يُبْعَثُونَ ( 65 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 65
Zeg: Niemand, in den hemel, of op aarde kent wat verborgen is behalve God. Ook begrijpen zij niet. Wanneer zij zullen worden opgewekt.
بَلِ ادَّارَكَ عِلْمُهُمْ فِي الْآخِرَةِ ۚ بَلْ هُمْ فِي شَكٍّ مِّنْهَا ۖ بَلْ هُم مِّنْهَا عَمُونَ ( 66 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 66
En toch hebben zij door hunne kennis eenig begrip van het volgende leven; maar zij verkeeren daaromtrent in eene onzekerheid; ja, zij zijn blind, nopens de wezenlijke omstandigheden daarvan.
وَقَالَ الَّذِينَ كَفَرُوا أَإِذَا كُنَّا تُرَابًا وَآبَاؤُنَا أَئِنَّا لَمُخْرَجُونَ ( 67 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 67
En de ongeloovigen zeggen: Als wij en onze vaderen in stof zullen zijn veranderd, zullen wij dan levend het graf ontstijgen?
لَقَدْ وُعِدْنَا هَٰذَا نَحْنُ وَآبَاؤُنَا مِن قَبْلُ إِنْ هَٰذَا إِلَّا أَسَاطِيرُ الْأَوَّلِينَ ( 68 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 68
Waarlijk, wij zijn vroeger daarmede bedreigd, zoowel wij als onze vaderen. Dit zijn slechts fabelen van de ouden.
قُلْ سِيرُوا فِي الْأَرْضِ فَانظُرُوا كَيْفَ كَانَ عَاقِبَةُ الْمُجْرِمِينَ ( 69 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 69
Zeg tot hen: Gaat over de aarde, en ziet wat het einde der zondaren was.
وَلَا تَحْزَنْ عَلَيْهِمْ وَلَا تَكُن فِي ضَيْقٍ مِّمَّا يَمْكُرُونَ ( 70 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 70
En weest niet bedroefd om hen: voedt volstrekt geene ongerustheid over de listen welke zij tegen u zullen uitdenken.
وَيَقُولُونَ مَتَىٰ هَٰذَا الْوَعْدُ إِن كُنتُمْ صَادِقِينَ ( 71 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 71
En zij zullen zeggen: Wanneer zal deze bedreiging worden vervuld; zeg, indien gij de waarheid spreekt?
قُلْ عَسَىٰ أَن يَكُونَ رَدِفَ لَكُم بَعْضُ الَّذِي تَسْتَعْجِلُونَ ( 72 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 72
Antwoord: Misschien zal een deel der straf, welke gij verlangt dat verhaast zal worden, dicht achter u volgen.
وَإِنَّ رَبَّكَ لَذُو فَضْلٍ عَلَى النَّاسِ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَشْكُرُونَ ( 73 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 73
Waarlijk, de Heer is vol lankmoedigheid omtrent den mensch; maar het grootste gedeelte hunner is niet dankbaar.
وَإِنَّ رَبَّكَ لَيَعْلَمُ مَا تُكِنُّ صُدُورُهُمْ وَمَا يُعْلِنُونَ ( 74 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 74
Waarlijk, uw Heer kent wat hunne borsten verbergen en wat zij ontdekken;
وَمَا مِنْ غَائِبَةٍ فِي السَّمَاءِ وَالْأَرْضِ إِلَّا فِي كِتَابٍ مُّبِينٍ ( 75 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 75
En er is niets in den hemel of op de aarde verborgen, of het is in een duidelijk boek opgeschreven.
إِنَّ هَٰذَا الْقُرْآنَ يَقُصُّ عَلَىٰ بَنِي إِسْرَائِيلَ أَكْثَرَ الَّذِي هُمْ فِيهِ يَخْتَلِفُونَ ( 76 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 76
Waarlijk, deze Koran verklaart aan de kinderen Israëls het meerendeel der punten waaromtrent zij verschillen.
وَإِنَّهُ لَهُدًى وَرَحْمَةٌ لِّلْمُؤْمِنِينَ ( 77 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 77
En het is zekerlijk eene leiding en eene genade voor de ware geloovigen.
إِنَّ رَبَّكَ يَقْضِي بَيْنَهُم بِحُكْمِهِ ۚ وَهُوَ الْعَزِيزُ الْعَلِيمُ ( 78 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 78
Uw Heer zal den strijd tusschen hen door zijn eind-vonnis beslissen, en hij is de Machtige, de Wijze.
فَتَوَكَّلْ عَلَى اللَّهِ ۖ إِنَّكَ عَلَى الْحَقِّ الْمُبِينِ ( 79 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 79
Stelt dus uw vertrouwen in God; want gij steunt op de duidelijke waarheid.
إِنَّكَ لَا تُسْمِعُ الْمَوْتَىٰ وَلَا تُسْمِعُ الصُّمَّ الدُّعَاءَ إِذَا وَلَّوْا مُدْبِرِينَ ( 80 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 80
Waarlijk, gij zult de dooden niet hoorende maken, noch zult gij de dooven uwe oproeping tot het ware geloof doen hooren, als zij zich verwijderen en u hunne ruggen toewenden.
وَمَا أَنتَ بِهَادِي الْعُمْيِ عَن ضَلَالَتِهِمْ ۖ إِن تُسْمِعُ إِلَّا مَن يُؤْمِنُ بِآيَاتِنَا فَهُم مُّسْلِمُونَ ( 81 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 81
Ook zult gij de blinden er niet toe brengen zich uit hunne dwaling te redden. Gij zult u door niemand doen hooren, behalve door hen die in onze teekenen gelooven, en deze zijn geheel aan ons onderworpen.
وَإِذَا وَقَعَ الْقَوْلُ عَلَيْهِمْ أَخْرَجْنَا لَهُمْ دَابَّةً مِّنَ الْأَرْضِ تُكَلِّمُهُمْ أَنَّ النَّاسَ كَانُوا بِآيَاتِنَا لَا يُوقِنُونَ ( 82 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 82
Als bet oordeel gereed zal zijn om op hen neder te komen, zullen wij een dier uit de aarde doen voortkomen dat tot hen zal spreken: Waarlijk, de menschen gelooven niet vast in onze teekenen.
وَيَوْمَ نَحْشُرُ مِن كُلِّ أُمَّةٍ فَوْجًا مِّمَّن يُكَذِّبُ بِآيَاتِنَا فَهُمْ يُوزَعُونَ ( 83 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 83
Op den dag der opstanding zullen wij uit ieder volk degenen verzamelen, die onze teekenen van valschheid zullen hebben beschuldigd; zij zullen verhinderd worden zich onder elkander te mengen.
حَتَّىٰ إِذَا جَاءُوا قَالَ أَكَذَّبْتُم بِآيَاتِي وَلَمْ تُحِيطُوا بِهَا عِلْمًا أَمَّاذَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 84 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 84
Tot zij op de plaats des oordeels zullen aangekomen zijn. En God zal tot hen zeggen: Hebt gij mijne teekens van valschheid beschuldigd, hoezeer gij die met uwe kennis niet begrijpt? Of welke beweegreden hebt gij om aldus te handelen?
وَوَقَعَ الْقَوْلُ عَلَيْهِم بِمَا ظَلَمُوا فَهُمْ لَا يَنطِقُونَ ( 85 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 85
En het vonnis der verdoemenis zal op hen nederkomen, omdat zij onrechtvaardig hebben gehandeld, en zij zullen geen woord tot hunne verontschuldiging spreken.
أَلَمْ يَرَوْا أَنَّا جَعَلْنَا اللَّيْلَ لِيَسْكُنُوا فِيهِ وَالنَّهَارَ مُبْصِرًا ۚ إِنَّ فِي ذَٰلِكَ لَآيَاتٍ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ ( 86 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 86
Zien zij niet dat wij den nacht hebben ingesteld, opdat zij daarin zouden rusten, en den dag, die een groot licht geeft, om te arbeiden. Waarlijk, hierin zijn teekenen voor hen die gelooven.
وَيَوْمَ يُنفَخُ فِي الصُّورِ فَفَزِعَ مَن فِي السَّمَاوَاتِ وَمَن فِي الْأَرْضِ إِلَّا مَن شَاءَ اللَّهُ ۚ وَكُلٌّ أَتَوْهُ دَاخِرِينَ ( 87 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 87
Op dien dag zal de trompet klinken, en allen die in den hemel en op de aarde zijn, zullen met schrik worden getroffen, behalve zij, wie het Gode behagen zal daarvan uit te zonderen, en allen zullen zij in eene nederige houding voor hem komen.
وَتَرَى الْجِبَالَ تَحْسَبُهَا جَامِدَةً وَهِيَ تَمُرُّ مَرَّ السَّحَابِ ۚ صُنْعَ اللَّهِ الَّذِي أَتْقَنَ كُلَّ شَيْءٍ ۚ إِنَّهُ خَبِيرٌ بِمَا تَفْعَلُونَ ( 88 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 88
En gij zult de bergen zien, en gij zult u verbeelden dat zij stevig zijn bevestigd; maar zij zullen voorbijgaan evenals de wolken voorbijgaan. Dit zal het werk van God zijn, die alle dingen goed geschikt heeft, en hij is wel bekend met hetgeen gij doet.
مَن جَاءَ بِالْحَسَنَةِ فَلَهُ خَيْرٌ مِّنْهَا وَهُم مِّن فَزَعٍ يَوْمَئِذٍ آمِنُونَ ( 89 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 89
Hij die rechtvaardigheid zal hebben uitgeoefend, zal eene belooning ontvangen, grooter dan de verdienste daarvan. Deze zullen verzekerd zijn tegen de vreeselijkheid van dien dag.
وَمَن جَاءَ بِالسَّيِّئَةِ فَكُبَّتْ وُجُوهُهُمْ فِي النَّارِ هَلْ تُجْزَوْنَ إِلَّا مَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ ( 90 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 90
Maar zij die kwaad zullen hebben bedreven, zullen op hunne aangezichten in de hel worden nedergeworpen. Zult gij de belooning voor iets anders ontvangen dan voor datgene, wat gij zult hebben verricht?
إِنَّمَا أُمِرْتُ أَنْ أَعْبُدَ رَبَّ هَٰذِهِ الْبَلْدَةِ الَّذِي حَرَّمَهَا وَلَهُ كُلُّ شَيْءٍ ۖ وَأُمِرْتُ أَنْ أَكُونَ مِنَ الْمُسْلِمِينَ ( 91 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 91
Waarlijk, mij is bevolen den Heer van dit grondgebied (van Mekka) te vereeren, die het heeft geheiligd. Aan hem behooren alle dingen, en mij is bevolen een Moslem te zijn.
وَأَنْ أَتْلُوَ الْقُرْآنَ ۖ فَمَنِ اهْتَدَىٰ فَإِنَّمَا يَهْتَدِي لِنَفْسِهِ ۖ وَمَن ضَلَّ فَقُلْ إِنَّمَا أَنَا مِنَ الْمُنذِرِينَ ( 92 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 92
En den Koran te herinneren. Hij die daardoor zal worden geleid, zal tot zijn eigen voordeel worden gericht, en zeg tot hem die zich zal afwenden: Waarlijk, ik waarschuw slechts.
وَقُلِ الْحَمْدُ لِلَّهِ سَيُرِيكُمْ آيَاتِهِ فَتَعْرِفُونَهَا ۚ وَمَا رَبُّكَ بِغَافِلٍ عَمَّا تَعْمَلُونَ ( 93 ) An-Naml (The Ants ) - Ayaa 93
En zeg: Geloofd zij God! hij zal u zijne teekenen toonen, en gij zult die kennen, en uw Heer is niet onopmerkzaam nopens hetgeen gij doet.

Willekeurige boeken

  • Het ontsluieren van dubieuze zakenWeet - moge Allah je genadig zijn - dat de Tauwhied inhoudt dat Allah alleen wordt aanbeden, en het is de religie van de boodschappers waarmee Allah ze zond naar Zijn dienaren; de eerste van hen is Noeh (Noach) vrede zij met hem, Allah zond hem naar zijn volk nadat zij de grenzen hadden overschreden.

    Geschreven door : Mohammed bin Abdoel-Wahhab

    Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki

    Source : http://www.islamhouse.com/p/261134

    Download :Het ontsluieren van dubieuze zakenHet ontsluieren van dubieuze zaken

  • Analyse van de financiële crisis in het licht van de sharie'ahHet is voor iedereen duidelijk dat de financiële crisis de hele wereld doet schudden, van het oosten tot het westen. Het is een ingrijpende gebeurtenis welke politici, beleidsmakers, prominente denkers en economen slapeloze nachten bezorgt. Het is een enorme en complexe ramp welke vele implicaties heeft. Dit verklaart de grote onrust die economen en politici ervaren.

    Geschreven door : Mohammed Salih Almounajid

    Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki

    Source : http://www.islamhouse.com/p/344798

    Download :Analyse van de financiële crisis in het licht van de sharie'ahAnalyse van de financiële crisis in het licht van de sharie'ah

  • Het ware geloofDe islam is de ware godsdienst van Allah en zodoende vertegenwoordigt de naam van deze godsdienst het basisprincipe van Allahs (Gods) religie: de totale overgave aan de wil van Allah God.

    Geschreven door : Bilal Filiebs

    Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki

    Uitgever : Association Tabligh Al-Islam - Vereniging Tabligh Al-Islam

    Source : http://www.islamhouse.com/p/161316

    Download :Het ware geloofHet ware geloof

  • Al-‘Aqeedah Al-WaasitiyyahDit is het Geloof van de Geredde Groep, degenen die triomferen tot de Dag des Oordeels, de Mensen van de Sunnah en de Jamaa’ah [het Geloof in Allah, Zijn Engelen, Zijn Boeken, Zijn Boodschappers, de wederopstanding na de dood, het Geloof in de Goddelijke Voorbeschikking [Al-Qadar], hetzij goed of slecht]].

    Geschreven door : Ahmed bin Abdel-Alhaliem bin Tijy-miyah

    Source : http://www.islamhouse.com/p/323044

    Download :Al-‘Aqeedah Al-WaasitiyyahAl-‘Aqeedah Al-Waasitiyyah

  • Remedie tegen sterssHet is de aard van dit leven dat mensen lijden aan zorgen en stress, omdat deze wereld de plaats is van ziekte, hardheid en leed. Want onder de dingen die het Paradijs van deze wereld onderscheiden is het feit dat daar geen sprake zal zijn van bezorgdheid of stress: “Vermoeidheid zal hen daar niet raken noch zullen zij er van worden verdreven.” Al-H’idjr 15:48.

    Geschreven door : Mohammed Salih Almounajid

    Nazicht : Aboe Abdellah Albelgiki

    Source : http://www.islamhouse.com/p/289627

    Download :Remedie tegen sterssRemedie tegen sterss