Nederlands - Sorah Al-Qamar ( The Moon ) - Edele Koran

Edele Koran » Nederlands » Sorah Al-Qamar ( The Moon )

Choose the reader


Nederlands

Sorah Al-Qamar ( The Moon ) - Verses Number 55
اقْتَرَبَتِ السَّاعَةُ وَانشَقَّ الْقَمَرُ ( 1 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 1
Het uur des oordeels nadert en de maan is gespleten.
وَإِن يَرَوْا آيَةً يُعْرِضُوا وَيَقُولُوا سِحْرٌ مُّسْتَمِرٌّ ( 2 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 2
Maar als de ongeloovigen een teeken zien, wenden zij zich af, zeggende: dit is eene machtige betoovering.
وَكَذَّبُوا وَاتَّبَعُوا أَهْوَاءَهُمْ ۚ وَكُلُّ أَمْرٍ مُّسْتَقِرٌّ ( 3 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 3
En zij beschuldigen u, o Mahomet! van bedrog, en volgen hunne eigene lusten: maar ieder ding zal onveranderlijk bepaald wezen.
وَلَقَدْ جَاءَهُم مِّنَ الْأَنبَاءِ مَا فِيهِ مُزْدَجَرٌ ( 4 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 4
En nu is eene zending tot hen gekomen, waarin eene afschrikking voor hardnekkig ongeloof ligt opgesloten.
حِكْمَةٌ بَالِغَةٌ ۖ فَمَا تُغْنِ النُّذُرُ ( 5 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 5
Deze wijsheid is volkomen; maar waarschuwers helpen bij hen niet.
فَتَوَلَّ عَنْهُمْ ۘ يَوْمَ يَدْعُ الدَّاعِ إِلَىٰ شَيْءٍ نُّكُرٍ ( 6 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 6
Wend u dus van hen af! Den dag waarop de dagvaardende engel den mensch tot eene verschrikkelijke zaak zal oproepen.
خُشَّعًا أَبْصَارُهُمْ يَخْرُجُونَ مِنَ الْأَجْدَاثِ كَأَنَّهُمْ جَرَادٌ مُّنتَشِرٌ ( 7 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 7
Zullen zij met nedergeslagen blikken uit hunne graven komen, talrijk, als verspreide sprinkhanen.
مُّهْطِعِينَ إِلَى الدَّاعِ ۖ يَقُولُ الْكَافِرُونَ هَٰذَا يَوْمٌ عَسِرٌ ( 8 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 8
Zich met schrik naar den dagvaarder spoedende. De ongeloovigen zullen zeggen: Dit is een dag van droefheid.
كَذَّبَتْ قَبْلَهُمْ قَوْمُ نُوحٍ فَكَذَّبُوا عَبْدَنَا وَقَالُوا مَجْنُونٌ وَازْدُجِرَ ( 9 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 9
Het volk van Noach beschuldigde dien profeet, alvorens uw volk u verwierp, het beschuldigde onzen dienaar van bedrog; zeggende: Hij is een bezetene, en hij werd met verwijtingen verworpen.
فَدَعَا رَبَّهُ أَنِّي مَغْلُوبٌ فَانتَصِرْ ( 10 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 10
Hij riep daarom zijn Heer aan, zeggende: Waarlijk, ik ben overweldigd: wreek mij dus.
فَفَتَحْنَا أَبْوَابَ السَّمَاءِ بِمَاءٍ مُّنْهَمِرٍ ( 11 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 11
Daarop openden wij de poorten des hemels, waaruit het water stroomde.
وَفَجَّرْنَا الْأَرْضَ عُيُونًا فَالْتَقَى الْمَاءُ عَلَىٰ أَمْرٍ قَدْ قُدِرَ ( 12 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 12
Wij deden de aarde waterstralen uitwerpen, zoodat het water van hemel en aarde zich vereenigde, overeenkomstig het vastgestelde besluit.
وَحَمَلْنَاهُ عَلَىٰ ذَاتِ أَلْوَاحٍ وَدُسُرٍ ( 13 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 13
Wij droegen hem, op een schip, uit planken en spijkers samengesteld.
تَجْرِي بِأَعْيُنِنَا جَزَاءً لِّمَن كَانَ كُفِرَ ( 14 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 14
Dat zich voor onze oogen voortbewoog, als eene belooning voor hem, die ondankbaar was verworpen.
وَلَقَد تَّرَكْنَاهَا آيَةً فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 15 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 15
Wij lieten dat schip tot een teeken dienen. Maar is iemand daardoor gewaarschuwd?
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ ( 16 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 16
En hoe gestreng was mijne wraak en mijne bedreiging!
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 17 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 17
Nu hebben wij den Koran gemakkelijk tot eene waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd?
كَذَّبَتْ عَادٌ فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ ( 18 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 18
De stam van Ad beschuldigde hunnen profeet van bedrog; maar hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging!
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ رِيحًا صَرْصَرًا فِي يَوْمِ نَحْسٍ مُّسْتَمِرٍّ ( 19 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 19
Waarlijk, wij zonden, op een dag van voortdurend ongeluk een brullenden wind tegen hen.
تَنزِعُ النَّاسَ كَأَنَّهُمْ أَعْجَازُ نَخْلٍ مُّنقَعِرٍ ( 20 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 20
Die de menschen wegvoerde, als waren zij met kracht uitgescheurde wortels van palmboomen.
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ ( 21 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 21
En hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging!
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 22 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 22
Thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd?
كَذَّبَتْ ثَمُودُ بِالنُّذُرِ ( 23 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 23
Die van Thamoed beschuldigden de vermaningen van hunnen profeet van valschheid.
فَقَالُوا أَبَشَرًا مِّنَّا وَاحِدًا نَّتَّبِعُهُ إِنَّا إِذًا لَّفِي ضَلَالٍ وَسُعُرٍ ( 24 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 24
En zij zeiden: Zullen wij een enkel man als wij, onder ons volgen? Waarlijk, wij zouden aan dwaling en ongerijmde dwaasheid schuldig zijn.
أَأُلْقِيَ الذِّكْرُ عَلَيْهِ مِن بَيْنِنَا بَلْ هُوَ كَذَّابٌ أَشِرٌ ( 25 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 25
Zou de taak van waarschuwing hem, boven het overige gedeelte van ons, opgedragen zijn? Neen, hij is een leugenaar en een onbeschaamde bedrieger.
سَيَعْلَمُونَ غَدًا مَّنِ الْكَذَّابُ الْأَشِرُ ( 26 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 26
Maar God zeide tot Saleh: Morgen zullen zij weten wie een leugenaar en een onbeschaamde is;
إِنَّا مُرْسِلُو النَّاقَةِ فِتْنَةً لَّهُمْ فَارْتَقِبْهُمْ وَاصْطَبِرْ ( 27 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 27
Want wij zullen zekerlijk de wijfjes-kameel zenden, om hen te beproeven; en gij, sla hen gade, en verdraag hunne beleedigingen met geduld.
وَنَبِّئْهُمْ أَنَّ الْمَاءَ قِسْمَةٌ بَيْنَهُمْ ۖ كُلُّ شِرْبٍ مُّحْتَضَرٌ ( 28 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 28
Voorspel hun, dat het water der putten tusschen hen zal worden verdeeld, en ieder deel zal beurtelings nedergezet worden.
فَنَادَوْا صَاحِبَهُمْ فَتَعَاطَىٰ فَعَقَرَ ( 29 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 29
Zij riepen hunnen makker, en hij nam een zwaard en doodde haar,
فَكَيْفَ كَانَ عَذَابِي وَنُذُرِ ( 30 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 30
Maar hoe ernstig was mijne wraak en mijne bedreiging!
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ صَيْحَةً وَاحِدَةً فَكَانُوا كَهَشِيمِ الْمُحْتَظِرِ ( 31 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 31
Want wij zonden hun een enkelen kreet van den engel Gabriël te gemoet, en zij werden als de droge stokken, die gebruikt worden door dengeen, welke een kooi voor het vee bouwt.
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 32 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 32
En thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd?
كَذَّبَتْ قَوْمُ لُوطٍ بِالنُّذُرِ ( 33 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 33
Het volk van Lot beschuldigde zijne prediking van valschheid.
إِنَّا أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمْ حَاصِبًا إِلَّا آلَ لُوطٍ ۖ نَّجَّيْنَاهُم بِسَحَرٍ ( 34 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 34
Maar wij zonden een wind tegen hen, die eene regenbui van steenen voortdreef, welke hen allen verdelgde, behalve het gezin van Lot, dat wij vroeg in den ochtend bevrijdden.
نِّعْمَةً مِّنْ عِندِنَا ۚ كَذَٰلِكَ نَجْزِي مَن شَكَرَ ( 35 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 35
Dit was door onze gunst. Zoo beloonen wij hen, die dankbaar zijn.
وَلَقَدْ أَنذَرَهُم بَطْشَتَنَا فَتَمَارَوْا بِالنُّذُرِ ( 36 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 36
En Lot had hen gewaarschuwd voor onze gestrenge kastijding; maar zij twijfelden aan die waarschuwing.
وَلَقَدْ رَاوَدُوهُ عَن ضَيْفِهِ فَطَمَسْنَا أَعْيُنَهُمْ فَذُوقُوا عَذَابِي وَنُذُرِ ( 37 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 37
Zij eischten zijne gasten, opdat zij hen zouden misbruiken; maar wij staken hunne oogen uit, zeggende: Proeft mijne wraak en mijne bedreiging.
وَلَقَدْ صَبَّحَهُم بُكْرَةً عَذَابٌ مُّسْتَقِرٌّ ( 38 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 38
En vroeg in den ochtend verraste hen eene zware straf.
فَذُوقُوا عَذَابِي وَنُذُرِ ( 39 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 39
Proeft dus mijne wraak en mijne bedreiging.
وَلَقَدْ يَسَّرْنَا الْقُرْآنَ لِلذِّكْرِ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 40 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 40
Thans hebben wij den Koran gemakkelijk ter waarschuwing, gemaakt; maar is iemand daardoor gewaarschuwd?
وَلَقَدْ جَاءَ آلَ فِرْعَوْنَ النُّذُرُ ( 41 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 41
De vermaning van Mozes kwam mede tot het volk van Pharao,
كَذَّبُوا بِآيَاتِنَا كُلِّهَا فَأَخَذْنَاهُمْ أَخْذَ عَزِيزٍ مُّقْتَدِرٍ ( 42 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 42
Maar zij beschuldigden al onze teekenen van bedrog; daarom kastijdden wij hem met eene machtige en onwederstaanbare kastijding.
أَكُفَّارُكُمْ خَيْرٌ مِّنْ أُولَٰئِكُمْ أَمْ لَكُم بَرَاءَةٌ فِي الزُّبُرِ ( 43 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 43
O bewoners van Mekka! zijn uwe ongeloovigen beter dan deze? Is u in de schriften vrijstelling van straf beloofd?
أَمْ يَقُولُونَ نَحْنُ جَمِيعٌ مُّنتَصِرٌ ( 44 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 44
Zeggen zij: wij vormen een lichaam van menschen, die in staat zijn onze vijanden te bemeesteren?
سَيُهْزَمُ الْجَمْعُ وَيُوَلُّونَ الدُّبُرَ ( 45 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 45
De menigte zal zekerlijk op de vlucht worden gejaagd en zij zullen hunne ruggen omkeeren.
بَلِ السَّاعَةُ مَوْعِدُهُمْ وَالسَّاعَةُ أَدْهَىٰ وَأَمَرُّ ( 46 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 46
Maar het uur des oordeels is hun bedreigde straftijd, en dat uur zal droeviger en bitterder zijn, dan hunne droefheden in dit leven.
إِنَّ الْمُجْرِمِينَ فِي ضَلَالٍ وَسُعُرٍ ( 47 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 47
Waarlijk, de zondaar doolt in dwaling rond, en zal hier namaals in brandende vlammen worden gemarteld.
يَوْمَ يُسْحَبُونَ فِي النَّارِ عَلَىٰ وُجُوهِهِمْ ذُوقُوا مَسَّ سَقَرَ ( 48 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 48
Op dien dag zullen zij met hunne aangezichten in het vuur worden geworpen, en men zal hun zeggen: Proeft de aanraking der hel.
إِنَّا كُلَّ شَيْءٍ خَلَقْنَاهُ بِقَدَرٍ ( 49 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 49
Alle dingen hebben wij geschapen, aan een bepaald besluit gebonden.
وَمَا أَمْرُنَا إِلَّا وَاحِدَةٌ كَلَمْحٍ بِالْبَصَرِ ( 50 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 50
En ons bevel bestaat slechts in een enkel woord, aan een oogwenk gelijk.
وَلَقَدْ أَهْلَكْنَا أَشْيَاعَكُمْ فَهَلْ مِن مُّدَّكِرٍ ( 51 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 51
Wij hebben vroeger volken verdelgd, die u gelijk waren; maar is iemand uwer door hun voorbeeld gewaarschuwd?
وَكُلُّ شَيْءٍ فَعَلُوهُ فِي الزُّبُرِ ( 52 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 52
Alles wat gij doet, is in het boek vermeld, dat door de wakende engelen wordt bewaard.
وَكُلُّ صَغِيرٍ وَكَبِيرٍ مُّسْتَطَرٌ ( 53 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 53
Elke daad, klein of groot, is op de welbewaarde tafel nedergeschreven.
إِنَّ الْمُتَّقِينَ فِي جَنَّاتٍ وَنَهَرٍ ( 54 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 54
De vromen zullen echter te midden van tuinen en meren wonen.
فِي مَقْعَدِ صِدْقٍ عِندَ مَلِيكٍ مُّقْتَدِرٍ ( 55 ) Al-Qamar ( The Moon ) - Ayaa 55
In de vergadering der waarheid, in tegenwoordigheid van den machtigsten koning.

Willekeurige boeken